maandag, januari 31, 2011

Appel à contributions: 3e Rencontres d'histoire du droit de la Fondation Biermans-Lapôtre (Paris, 13 mai 2011)

LA FORMATION DES JURISTES, DU MOYEN ÂGE À L’ÉPOQUE CONTEMPORAINE 
 TABLE RONDE THÉMATIQUE


3e Rencontres d’histoire du droit de la Fondation Biermans-Lapôtre, le 13 mai 2011
Cité internationale universitaire, Paris
Avec le soutien du Fonds de la Recherche Scientifique (FWO) et de la Fondation Biermans-Lapôtre


Inaugurées en 2009, les Rencontres d’histoire du droit de la Fondation Biermans-Lapôtre réunissent des historiens du droit des universités belges (flamandes et francophones) et des universités françaises.

Elle a pour objectif premier de donner l’occasion aux doctorants et aux jeunes chercheurs de présenter leurs travaux en même temps que des professeurs et des chercheurs confirmés. L’édition 2011 sera organisée sous la forme d’une table ronde thématique autour de « la formation des juristes ». Les débats seront introduits et dirigés par le Prof. Dr Alain Wijffels (UCL/Leyde/CNRS) et le Prof. Dr Georges Martyn (UGent) en fera les conclusions.

Il s’agit avant tout de partager les résultats de nos recherches sur ce thème d’actualité, la question de la « formation » et du sens de celle-ci ayant été, et pas seulement dans les facultés de droit, repensée depuis l’entrée en vigueur du traité de Bologne et les réformes qu’il a entraînées.

Nous invitons les participants à aborder ce thème transversal sous des approches multiples :
- Dans une approche biographique ou de généalogie intellectuelle, il s'agit de retracer l'itinéraire intellectuel d'un juriste professionnel ou d'une figure de la doctrine et ainsi de voir dans quelle tradition il a puisé les concepts qu'il applique dans la pratique ou élabore dans des écrits savants. Les concepts acquis peuvent provenir d’enseignements juridiques ou méta-juridiques : quelles autres disciplines le juristes est-il censé maîtriser ? Quel a été le rôle des sciences humaines et aujourd’hui, de l’histoire du droit, dans le développement des formations juridiques ?

- L'interrogation permet aussi de confronter théorie et pratique du droit à travers les âges. Pour un pays comme la France, par exemple, les praticiens (avocat, juge, procureur) dominaient les débats de l'Ancien Régime et non les professeurs, à l’inverse de la situation en Allemagne. Cependant, vu l'absence de motivation des jugements (ce qui n'advient qu'avec la Révolution française), l'historien est réduit à chercher dans les plaidoiries, les références dans des recueils d'arrêts, à repérer des cours probablement pris à l'université comme étudiant, des inventaires de bibliothèques au décès... Ce problème méthodologique s'applique aussi à la correspondance diplomatique, les acteurs opérant sous le secret du prince et ne révélant pas les mobiles théoriques qui les mènent à se positionner. Pensons également à l’organisation fondamentalement différente de la formation juridique en Angleterre, essentiellement pratique et basée sur la fréquentation des Inns of Court, par opposition au caractère plus théorique des études de droit sur le continent.

- La formation mène finalement à la prosopographie (biographie collective) et à l'analyse de réseaux (social network analysis), deux approches méthodologique issues des sciences sociales et appliquées par les historiens des universités et les disciplines méta-juridiques.

Les Rencontres sont un endroit de tissage de réseaux, ouvert et centré sur la créativité et les nouvelles approches des doctorants, jeunes chercheurs et chercheurs confirmés. La formule 2011 visera à développer un événement interactif et dynamique entre "peers", sous l'égide de professeurs reconnus.

On pourra tout aussi bien y présenter un travail en cours que des recherches confirmées, sachant que tout fera l'objet d'un échange socratique et que tout le monde y apprendra.

Le comité organisateur souhaite ouvrir le programme de la journée à un ou deux intervenants supplémentaires. Toutes les propositions qui s’insèrent dans l’appel précédent sont les bienvenues jusqu’au 15 mars 2011 (Frederik.Dhondt@UGent.be/Charlotte.Braillon@ULg.ac.be).

Le comité organisateur
Prof. dr. G. Martyn (UGent)
Prof. dr. A. Wijffels (UCL/Leyde/CNRS)

dra. C. Braillon (FNRS/ULg)
drs. W. Decock (FWO/KULeuven)
drs. F. Dhondt (FWO/UGent)
drs. E. Falzone (FNRS/FUSL)

Comité scientifique
Prof. dr. Jean-Marie Cauchies (UCL/FUSL)
Prof. dr. Robert Jacob (ULg/CNRS)
Prof. dr. Dirk Heirbaut (UGent)
Prof. dr. Laurent Waelkens (KULeuven)
Prof. dr. Nicolas Warembourg (Univ. Lille-II)
Prof. dr. Alain Wijffels (UCL/Leyde/CNRS)

zondag, januari 23, 2011

Geweten tegen Geweld: Theocratische Terreur en Tolerantie


Een aanrader om de ware betekenis van het begrip tolerantie te begrijpen: Conscience contre violence (of Castellio gegen Calvin) van Stefan Zweig. Geschreven in 1936 (Hitler is drie jaar aan de macht), over een herkenbare dictator uit de zestiende eeuw: Jean Calvin. De theoloog regeert als een agressieve en nijdige ayatollah over de stad Genève. Zijn theocratische terreurregime wil elke vorm van persoonlijk plezier of vrijheid in de kiem smoren. Huiszoekingen van twee uur zijn geen uitzondering. Wie de doctrine van de Grote Leider aanvalt, wordt verbannen of belandt op de brandstapel.

Wanneer Calvijn de Spaanse arts-theoloog Michel Servet op de brandstapel gooit omdat hij twijfelt aan de heilige drievuldigheid, moet hij de degens kruisen met Sebastien Castellio (1515-1563). Even briljant, zoniet geleerder dan Calvijn, vindt deze professor van de universiteit van Basel het wel welletjes geweest met de tirannieke uitwassen van het totalitair-religieus regime. Zijn Traicté des héréticques proclameert hoog en duidelijk dat er in godsdienstige zaken (vul aan: politieke) eigenlijk geen absolute zekerheden bestaan. Iedereen is een ketter voor iedereen. Bijgevolg kan je "ketters" enkel overtuigen, en is het uit den boze hen met geweld aan te pakken. Calvijn wordt bijgevolg publiekelijk "aangeklaagd" voor moord op de arme Servet, die niets anders gedaan heeft dan zijn mening zeggen. Terwijl Calvijn zo ver gaat als Servet zelf aandragen bij de Katholieke Inquisitie. Eens de Spanjaard uit Wenen weet te ontsnappen, wordt hij in Genève opgepakt en krijgt hij een typisch dictatoriaal schijnproces.

Dat is natuurlijk gerekend buiten het geweld waar het regime van Calvijn nood aan heeft om zich te handhaven. Théodore de Bèze, hulpje van de grootmeester, moet de degens kruisen met Castellio, tot Calvijn het zelf overneemt. Castellio wordt vernietigd: hij krijgt publicatieverbod van zijn eigen universiteit op vraag van de Stad Genève. Ondanks de steun van de Duitse hervormer Philipp Melanchton (1497-1560), wint Calvijn. Castellio wordt totaal vergeten.

Vandaar dus de ware betekenis van het begrip tolerantie. Indien er geen machtsaanspraken zouden vasthangen aan de woorden van een theoloog, een professor, een politiek leider of een dominante groep in de samenleving, zou iedereen zonder problemen mogen tegenspreken wat hij of zij maar wil. Dat is echter vrijwel nooit het geval: als je de macht hebt, wil je gelijk hebben. Zonder de mogelijkheid tot tegendiscours, sterft de individuele vrijheid. Precies dat willen leidersfiguren zo grondig mogelijk uitroeien. Tolerantie is met andere woorden een voortdurend gevecht om het recht je eigen interpretatie te mogen geven.

Ook religieuze leiders ontsnappen niet aan dit spel. Calvijn komt in zijn vroege publicaties op tegen verdrukking en vervolging. Eens hij in Genève evenwel de kans krijgt om zijn nieuwe theorie in de praktijk te brengen, wordt hij erger dan Robespierre. De katholieke kerk heeft duizend jaar gewacht om mensen te verbranden, Calvijn was er al in zijn tweede decennium aan toe. Als je kijkt naar de beperkte schaal van het toenmalige Genève, was hij proportioneel nog erger dan de kerk die hij heeft aangevallen.

(vandaar ook m.i. de intellectuele onmogelijkheid om in eender welke godsdienst te "geloven": het georganiseerd belijden van een ratjetoe aan irrationele dogmata leidt onvermijdelijk tot een formele hiërarchie, ergo tot machtsmisbruik en aanslagen op de gewetensvrijheid)

Een schitterend boek, dat interpelleert en duidelijk toont waar fundamentele rechten en vrijheden over gaan.